Henry Vreden leeft mee met zijn familie in Suriname.
Henry Vreden leeft mee met zijn familie in Suriname. Foto: Bob Awick

Henry Vreden maakt zich zorgen om Suriname

Huizer Henry Vreden werd in Suriname geboren en woont al sinds 1965 in Nederland. Vier keer is hij terug geweest. Vanwege de huidige situatie in zijn geboorteland, maakt hij zich zorgen.  

Suriname zit momenteel in de derde coronagolf. Het land is in lockdown en code zwart is afgekondigd. Er is onder andere gebrek aan zuurstofapparaten, vaccins en medisch personeel. Nederland stuurt artsen, verpleegkundigen en 700.000 coronavaccins. De boot die zuurstofflessen naar Suriname zou brengen, kreeg na een aanvaring een vaarverbod opgelegd. Een tekort aan zuurstofflessen was het gevolg.

Beangstigend

“De situatie is nijpend en beangstigend. Het probleem is dat de Brazilianen via de 4.000 kilometerlange zuidgrens Suriname binnenkomen om illegaal goud te delven. De grens is zo lang dat hij niet overal kan worden bewaakt. Daar zijn geen middelen voor. Bovendien loopt hij dwars door de jungle.”

“De regering keek de andere kant op. Het goud verkopen de delvers in Brazilië en met dollars komen ze terug naar Suriname. Er zijn in Paramaribo zelfs een Braziliaans eethuis, casino, hotel en nog een aantal andere Braziliaanse ondernemingen. De gouddelvers namen zo het virus mee Suriname in. Men was er al bang voor en nu is het werkelijkheid geworden.”

Zijn familie bezoeken, kan Henry niet. Sinds december vorig jaar is er een negatief reisadvies afgegeven. In het land lijdt men vooral gebrek aan producten die normaalgesproken werden geïmporteerd. De markten zijn niet open en dus kan men zijn goederen daar niet verkopen.

Dagelijks waren er twee zeer grote markten in Paramaribo. De landbouwers moeten hun producten kwijt. Er is daarom veel illegale verkoop. Suriname is vruchtbaar. Men kan zelf voedsel verbouwen, maar velen doen dat niet. Dat is beneden hun waardigheid, vinden ze. “Het is tijd om de knop om te zetten”, vindt Henry Vreden.

Hij was in 2017 voor het laatst in het land. Henry komt uit een gezin van negen kinderen en heeft nu nog zes broers en zussen die in Suriname wonen, evenals vele neven, nichten en een tante.

‘Zo zijn we ook opgevoed. We helpen elkaar’

Normaal gesproken is er niet veel onderling contact , maar wanneer de nood aan de man is, weten ze elkaar te vinden. “Zo zijn we ook opgevoed. We helpen elkaar”, zegt hij. De Huizer is geen schrijver, maar gebruikt wel de telefoon en WhatsApp om op de hoogte te blijven.

“Mijn familie in Paramaribo kijkt ook naar elkaar om. Een aantal heeft een goed inkomen en helpt de rest die minder inkomen heeft. Gelukkig is niemand in mijn familie daar besmet geraakt. Mijn vrouw en ik raakten dat hier in Nederland echter wel.”

“Mijn echtgenote werkt in Tergooi en heeft het coronavirus daar opgelopen. Ze was er zieker van dan ik. Ik dacht eerst dat ik een griepje had, maar het bleek - na testen - corona te zijn. Na tien dagen was ik al weer helemaal beter.”

‘Ab Osterhaus van Suriname’

“Mijn broer, Stephen Vreden, is de Ab Osterhaus van Suriname. Hij is internist-infectioloog en viroloog en werkt in het academisch ziekenhuis in Paramaribo. Eerder liet hij me weten bang te zijn dat de situatie in het land uit de hand zou lopen. Ik maak me zorgen; hoe redden ze dit?”

“Het is heel fideel van Nederland dat ze nu bijspringen. Nadat Suriname in 1975 onafhankelijk werd, is er met modder gegooid naar Nederland, maar toch biedt Nederland nu de helpende hand.” Nadat de situatie verslechterde, belde Henry Vreden natuurlijk zijn broer, maar hij is zo druk dat het niet lukte contact met hem te krijgen.

“De laatste keer dat ik hem sprak, vertelde hij nog dat er 250 besmettingen waren en maar 15 IC-bedden. We leven erg mee en volgen het journaal op de voet. Het land is in een strenge lockdown. De politie handhaaft - als het nodig is - met harde hand.”

Helpen

In Nederland kan men Suriname helpen door geld over te maken op Giro 555. Ook Henry Vreden heeft gedoneerd. “In Suriname heb je geen Rode Kruis zoals hier. Het leger is niet op deze problemen voorbereid en wordt vooral ingezet bij handhaving. Het inzamelen van spullen is ook een goed idee. Aan Paracetamol sturen, heb ook ik gedacht. Ik ben getriggerd door het journaal. Verder bid ik voor de mensen daar.”

Dan vertelt hij: “Surinamers zijn vaak optimistisch van aard. In het begin werd er gedacht: ‘Dat coronavirus waait wel over’, maar het bleek erger te zijn. Ook kopen sommigen drankjes waarvan wordt beweerd dat ze bescherming bieden. Bepaalde mensen zeggen dat als je goed eet en het drankje inneemt, dat dat helpt tegen corona.”

“Het drankje zou puur natuurlijk zijn en kruiden bevatten. De gebruikers gaan niet naar de dokter want ze vertrouwen op dat drankje. Hun zuurverdiende geld geven ze eraan uit. Dat de overheid niet ingrijpt, begrijp ik niet. Met malaria gaat het al net zo.”

Voorlichting

Zijn broer Stephen Vreden is daar nijdig over. “Hij moet patiënten duidelijk maken dat het drankje niet werkt. Nu ze zien dat de nood aan de man is, wil men zich gelukkig wel laten vaccineren.” In het binnenland is echter veel weerstand tegen vaccins omdat er geen voorlichting wordt gegeven of men onjuist wordt geïnformeerd. UNICEF gaat zich inzetten voor betere voorlichting. 

“Je hoopt en bidt dat het zo gauw mogelijk over zal zijn. Ik houd mijn hart vast voor de gestuurde hulpgoederen. Ik hoop dat die goed worden gebruikt en dat het niet zo gaat als met de mondkapjes van Sywert van Lienden die er 9 miljoen euro aan verdiende. De Surinaamse Minister van Volksgezondheid wilde ampullen uit Cuba invoeren. Dat zou miljoenen kosten. Mijn broer viel tegen hem uit en zei dat dat niet zou gaan werken. Toen hebben ze het gelukkig niet gedaan.”